Niet een echte wandeling zoals de vorige, maar een trip naar m'n jeugd.
Nadat Esmoreit zijn 4x100 m gelopen had op het Belgische Kampioenschap in Eigenbrakel gingen we eens kijken in Beersel. Een veertigtal jaar geleden bracht ik daar iedere schoolvakantie door bij een Franstalige familie. Tot mijn verbazing staat het huis er nog, zonder noemenswaardige wijzigingen. Enkel nieuw schrijnwerk en eens een nieuw verflaagje op de gevel. Ook de bakkerij iets verderop is vernieuwd maar ze is er nog, net zoals de depot van glasflessen naast de deur.
We gingen ook eens kijken naar de weiden waar we gingen spelen, het bospad waar we ravotten en het kasteel van Beersel waar ik uren gespeeld heb.
We eten eerst iets in het plaatselijk Centrum Hotel met een heel stemmig café-brasserie. Het restaurant-hotel was hier al veertig jaar geleden, maar wij kwamen hier niet binnen. Brood van de dag voordien gaan halen bij de bakker kon, maar gaan eten op restaurant, daar was geen sprake van. Ik herinner me de snijmachine voor het brood, waar je met een zwengel het mes deed draaien, en de grote korst die je op het einde overhield. Heerlijk met confituur.
We bestellen elk het stoofvlees met geuze waar we lekkere frietjes bij geserveerd krijgen.